Oogst

Oogst speelt zich af in een kleine, zelfvoorzienende boerengemeenschap. Aan de vooravond van het oogstfeest dienen zich drie vreemden aan in het dorp. Diezelfde avond brandt een deel van het hoofdgebouw af. Buitenstaander Walter Thirsk ziet gedurende de daaropvolgende week het leven in het dorp ingrijpend en onomkeerbaar veranderen. Vanuit zijn perspectief vertelt hij over de angst van de dorpelingen voor het vreemde, voor verandering.

Wat een roman! “Oogst” speelt zich in een tijdloos kader, nergens wordt een jaartal of tijdsindicatie aangegeven. De gehele sfeer zoals de omschrijvingen van de gemeenschap, de klederdracht, de omgangsvormen maar bovenal de dictatoriale hardheid bij het innemen van de gemeenschappelijke gronden wijst erop dat dit ‘ergens’ rond de 17^de eeuw moet hebben plaatsgevonden ten tijde van de eerste privatiseringen van braakliggende gronden. Deze meedogenloosheid ten opzichte van de ‘lager klasse’ en hun eigen berusting hierin  ten gevolge van een eeuwenlange onderdrukking sluipt zachtjes maar ongemeen scherp onder je huid terwijl je leest. Al genietend van de sobere taal, de prachtige omschrijvingen en het haast poëtische bad waarin je wordt ondergedompeld word je met je neus op een historisch feit gedrukt, het einde van een eenvoudige samenleving waarin iedereen al dan niet gewild zijn plaats aanvaardt. Maar er is meer dan dit alleen. Oogst is ook een schitterende karakterstudie van individuen die samen elk met hun eigenheden in samen leven en overleven. De kracht van dit verhaal zit volledig in de gedachte dat een samenleving bestaande uit een klassensysteem ogenschijnlijk harmonieus kan samenleven en tevens een broosheid bezit die door buitenstaanders brutaal kan blootgelegd worden.
 
Jan Stevens