De afrekening

auteur: 
Kerstin Ekman
ISBN nummer: 
Kerstin Ekman
uitgeverij: 
De Geus
Body: 

de afrekening.jpgDe beroemde Zweedse schrijfster Lillemor Troj wordt uitgenodigd op de uitgeverij om haar nieuwste manuscript te bespreken. Voor Lillemor is de inhoud ervan echter totaal onbekend. Zonder een woord te zeggen sluipt Lillemor met de roman het pand uit. Tijdens het lezen wordt haar snel duidelijk dat een ghostwriter een boek over haar leven heeft geschreven waarin ze zeer vertrouwelijke informatie onthult. Het werk leidt tot een onvermijdelijke confrontatie tussen de vrouwen.

De 79-jarige Lillemor Troj wordt bij haar uitgever geroepen. Gesommeerd bijna, iets wat de beroemde schrijfster en lid van de Zweedse Academie bepaald niet gewoon is. Haar uitgever heeft een manuscript van haar in handen en is ‘not amused’. Het werd aan een andere uitgeverij aangeboden. Al na een paar zinnen merkt ze dat het manuscript het verhaal vertelt van haar persoonlijke en literaire leven en wat erger is, het werd geschreven door Babba Andersson de vrouw die haar geheime ghostwriter is. Ze smokkelt het manuscript naar buiten want ze beseft meteen dat ze een bom in handen heeft.

Geen groter verschil dan tussen de twee protagonisten in dit verhaal. Lillemor Troj die knap en rijk is en het grootste deel van haar jeugd beleeft in het welgestelde milieu van ondernemers in Stockholm. Een zorgeloze jeugd was dat niet met een moeder die enkel waarde hecht aan een Lillemor die een rijk huwelijk sluit en een uitzonderlijke carrière heeft. Het maakt haar angstig en niet in staat om realistisch te zijn. “De tegenwoordige tijd was een tempus waar ze een hekel aan had. Die verbood ze feitelijk. Ze zei dat het de tempus van de angst was….Want de tegenwoordige tijd is niet anders dan aanwezigheid. Lillemor gaf de voorkeur aan de onvoltooid verleden tijd, waarschijnlijk omdat je dingen dan achter je hebt gelaten en erover regeert in een vertelvorm die zo vast is als gietijzer.”

Aan de andere kant van de schrijftafel zit Babba Andersson. Opgegroeid in het arbeidersmilieu in het landelijke Kramfors. Met ouders die haar het belang van politiek en lezen bijbrengen en grote voorstanders zijn van een sociaaldemocratisch politiek systeem. Babba is grofgebouwd, zwaar en ze heeft geen gram glamour of elegantie.

Niet alleen verschillen Lillemor en Babba qua uiterlijk en karakter, dat contrast zit ook in de structuur van het verhaal. Dezelfde gebeurtenissen waarvan Babba de verteller is lezen we ook in het manuscript maar dit keer door de ogen van Lillemor.

Werken als ghostwriter doet wat met een mens. Wanneer de romans geprezen worden door de recensenten is Babba daar niet onverdeeld gelukkig mee. Alhoewel het Lillemors studiofoto is waarrond de recensie wordt geweven geeft dat haar een gevoel van onbehagen. “hoe het ook zat met het spelletje dat we speelden, de taal in het boek was ík. Vermomd en aangepast, maar toch niets anders dan ik.”. Ze beseft hoe mensen boeken lezen als ze de schrijver kennen, of niet kennen. Maar ook voor Lillemor is haar rol in dit duaal schrijven een pact met de duivel. Ze wil de schrijver zíjn! Ze kampt voortdurend met schuldgevoelens over alle prijzen en lof die zij krijgt. Het is nog maar de vraag wie de bedrieger is: de ghostwriter of de auteur en wie parasiteert op wie.

Deze humoristische, soms bijtende roman is in de eerste plaats een boek over schrijven en lezen. Over ”literatuur die ontstaat uit literatuur, vertelt is, ontstaat uit wat gelezen is!” en hoe belangrijk dat is.

“Tegenwoordig leven ‘De Thibaults’ samen met ‘Het Zwart en het Rood’ en ‘Wilhelm Meisters leerjaren’ een kelderleven, dat geen leven is. Maar als je ook schrijvers als Vic Suneson en Maria Lang had, wilden zelfs in die tijd de mensen Roger Martin du Gards familiegeschiedenis in zeven delen niet lezen.” klaagt Babba omdat literatuur moet wijken voor amusement.

Wie denkt dat Babba dit manuscript schrijft uit verbittering of woede zal moeten wachten tot op het einde van het verhaal. Dan pas wordt duidelijk wat aan de basis ligt van het schrijven van het manuscript.

Al schrijvend geeft Ekman een opgestoken middelvingertje naar het huidige literaire klimaat waarin een schrijver vooral glamour moet uitstralen en mediageniek moet zijn wil zijn of haar werk de nodige aandacht krijgen. “Want in één opzicht verandert de wereld niet: het proza wordt tegenwoordig nog net zo door de roddelfactor in leven gehouden als in de negentiende eeuw. Schrijvers maken lawaai op boekenbeurzen, althans degenen die dat kunnen zonder migraine te krijgen. De rest heeft zich teruggetrokken in literaire cafés waar ze voorlezen bij kaarslicht.”

Doordat Kerstin Ekman, zelf lid van de Zweedse Academie, vrijwillig dit verheven genootschap verliet uit protest naar aanleiding van de discussies over de doodsbedreigingen aan het adres van Salman Rushdie, kan het niet verbazen dat ze dit mannenbastion ook een flinke veeg uit de pan geeft. “Ze staan op om haar te begroeten, niet met dat moderne wangzoengelebber maar elegant… Ze zijn hier op mij gesteld denkt ze, en ze voelt zich net een geliefd hondje.”, waarmee ze meteen de betuttelende houding tegenover vrouwen aan de kaak stelt. In de meeste van haar boeken geeft ze aandacht aan de positie van de vrouw en dat is hier niet anders.

Een als autobiografie vermomde auto-fictie werd een knap geconstrueerd verhaal dat van schrijven een tweekoppig monster maakt en van de lezer degene die daar zelf de werkelijkheid rond weeft.

Marianne Verschaeren, gastrecensie

 

 

 

 

 

prijs: 
€ 24.95