Het verkeer lijkt soms een warboel van fietsen, bussen, trams en voetgangers – kriskras door elkaar. Toch is alles netjes geregeld. De bakfietser, de postbode, de sushibezorger en de brandweerman weten precies wat de afspraken zijn.
Het verkeer lijkt soms een warboel van fietsen, bussen, trams en voetgangers – kriskras door elkaar. Toch is alles netjes geregeld. De bakfietser, de postbode, de sushibezorger en de brandweerman weten precies wat de afspraken zijn.
Het is geen rugbyvriendje van Tim dat komt logeren, maar die rare meid uit Hommes klas: Pien. En ze moet ook nog in Hommes kamer, dus Homme moet bij Tim. Logisch dat Homme het helemaal niet ziet zitten. Waarom moet Pien zo nodig bij hen als haar moeder even niet meer kan? Ze is onhandig, lust niks, en ze zegt dat ze een prinses is. En natuurlijk wordt ze hartstikke voorgetrokken door zijn ouders…
Als Julia van haar oudtante een hotel erft, weet ze nog niet dat het een totaal vervallen pand is, waar alleen nog een oude beer als portier en een ringstaartmaki als receptionist werken.
Gruwelijk griezelig verhalenboek door de beste kinderboekenschrijvers