Autisme op school
De mogelijkheden van kinderen met autismespectrumstoornissen worden onvoldoende benut. Leerkrachten zetten zich in, en verbazen zich soms over de averechtse werking van hun inspanningen. Autisme vergt een andere benadering op school, maar ook een andere houding van de leerkracht. Het grootste probleem is dat het kind met autismespectrumstoornissen over een heel scala aan mentale leeftijden beschikt. Op tienjarige leeftijd kan het kind tien zijn op een aantal onderwerpen, drie jaar als speelleeftijd hebben, twintig op het gebied van wereldoriëntatie zijn of twee als het om sociaal contact gaat. De schoolrijpheid is bij autismespectrumstoornissen ongelijk verdeeld over de schoolse vaardigheden.
In Autisme op school legt Martine Delfos in heldere, praktische taal uit wat autisme op school betekent, hoe je een probleem herkent en hoe je ermee om kunt gaan. Autisme op school bestaat uit twee delen die elkaar deels overlappen, wat betreft de algemene beschrijving van autisme.
In Autisme op school, voortgezet onderwijs wordt beschreven wat autisme en ASS (autismespectrumstoornissen) inhouden. De theorie wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden van jongeren in de middelbare schoolleeftijd. De consequenties van de theorie voor het onderwijs worden verduidelijkt door voorbeelden van de dagelijkse praktijk in het middelbaar onderwijs. Dit zowel in onderwijskundige zin als in de zin van sociaal functioneren op school.