Dood zijn, is dat voor altijd?

Ouders vinden het vaak moeilijk om over de dood te praten met kinderen. Ze weten niet goed hoe het aan te pakken en zijn bang dat ze iets verkeerds zullen zeggen, dus zwijgen ze liever. Maar dat neemt de vragen niet weg. En kinderen die met vragen zitten, gaan op zoek naar antwoorden. Krijgen ze die niet van een volwassene, dan gaan ze zelf fantaseren. Zo kunnen er verkeerde verhalen ontstaan en wordt doodgaan plots iets heel engs.

Dit boek wil dat tegengaan door de meest uiteenlopende vragen van kinderen over de dood aan bod te laten komen. Geen enkele vraag is te gek of te stom. En elke vraag krijgt een uitgebreid en feitelijk antwoord. De antwoorden worden verder aangevuld met tips op kindermaat om met verdriet en afscheid om te gaan.

Een waardevol themaboek voor wanneer je als ouder of leerkracht niet weet wat zeggen.

Het is niet altijd eenvoudig om met kinderen te praten over doodgaan, zeker als je zelf betrokken bent bij het verlies van een naaste. Maar ook als dit niet zo is hebben kinderen vragen over doodgaan. Elk kind komt daar mee in aanraking en dikwijls voelt het moeilijk aan om over de dood te praten met kinderen maar die vragen zijn er en vragen heldere en duidelijke antwoorden. Als zij die niet krijgen van ouders of leerkrachten gaan ze zelf op zoek naar die antwoorden dikwijls met de nodige fantasieën en angsten. Zo kunnen er verkeerde verhalen en gedachten ontstaan en wordt doodgaan iets heel engs. Doodgaan hoort bij het leven en we mogen dit niet uit de weg gaan. 
Dit heel waardevol themaboek is er een dat best in elke school mag aanwezig zijn maar ook thuis. Het is een prachtige uitgave heel speciaal geschreven voor kinderen zonder kinderlijk te zijn, mooi, zo hoort dit aangepakt te worden. In het voorwoord van de auteur Lies geeft zij het zelf aan, ze heeft dit geschreven voor kinderen omdat geen enkele vraag te gek of te stom is om te stellen. Daarbij stelt zij dat kinderen niet met hun vragen mogen blijven zitten, praat er over met een volwassene schrijft ze zodat je samen naar de juiste antwoorden kan zoeken. Ik heb het zelf kunnen ervaren bij de uitstrooiing van mijn moeders as toen een van mijn kleinzonen schrik had dat er daar nog beenderen zouden uitsteken. Het boek is onderverdeeld in verschillende hoofdstukken De dood; Hulpverlening en redden; Afscheid nemen; De afscheidsdienst; begrafenis en crematie; Dramatische overlijdens; Gevoelens; Omgaan met de dood in andere culturen; Hoe verder leven na het verlies & Rituelen. Elk hoofdstuk is dan onderverdeeld in vragen die door kinderen zijn gesteld met telkens een duidelijk, helder maar vooral bevattelijk antwoord en mochten er woorden in staan die moeilijk zijn dan is er nog het ‘moeilijke woorden register’ achteraan. Denk zelf maar eens over de vraag: “ Wanneer is iemand dood? ” na, toch niet echt simpel te beantwoorden. Maar ook moeilijk te beantwoorden vragen zoals: “ Hoe voelt het om dood te zijn? Waarom gaat iemand dood? Hoelang duurt dood zijn? Kan ik ook doodgaan? ” Bij elke vraag staan steeds een aantal tips en dingen die je als kind zelf kan doen. Achteraan staan nog een hele reeks linken naar andere boeken en websites die ouders, hulpverleners en leerkrachten nog breder informeren. 

De prachtige illustraties van Isabelle Geeraerts en de echt mooie verzorgde uitgave maken dit een standaardwerk dat in elke school mag aanwezig zijn!

Jan Stevens, redacteur boekensite.gent